In deze notitie laat Zorginstituut Nederland zien welke ruimte de wet- en regelgeving biedt voor het vergoeden van palliatief terminale zorg thuis. In deze kwetsbare fase is het belangrijk dat mensen goede zorg krijgen die aansluit bij wat zij willen en nodig hebben. De zorg richt zich niet meer op genezing of verlenging van het leven, maar op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven en het overlijden. Het Zorginstituut wil met deze notitie bijdragen aan het invullen van de nadere afspraken uit het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA). Het doel is om de palliatief terminale zorg voor iedereen goed te regelen.
Aanleiding: vraag van Zorgverzekeraars Nederland
Het Zorginstituut brengt deze notitie uit omdat Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een vraag op de pakketagenda 2023-2025 heeft gezet. Op de pakketagenda staan onderwerpen die passende zorg moeten bevorderen en niet-passende zorg moeten tegengaan. De vraag is: “Op het moment dat er een grote zorgvraag is en/of een netwerk ontbreekt dan vraagt het uitvoeren van palliatief terminale zorg veel tijd. Volgens de principes van passende zorg is het wenselijk om de zorg dichtbij te organiseren, maar dit legt ook een beslag op de schaarse arbeid. Zouden er voorwaarden verbonden moeten worden aan deze vorm van zorg?”.
Samenvatting: palliatief terminale zorg moet altijd beschikbaar zijn
Een verzekerde heeft recht op vergoeding van de zorg die in de laatste levensfase nodig is, net als bij zorg in andere levensfases. Mensen moeten op palliatief terminale zorg kunnen rekenen. Deze moet passen bij hun situatie. De wet beschrijft de inhoud van de zorg. De wet zegt niet waar deze zorg wordt geleverd.
Zorgverzekeraars moeten ervoor zorgen dat palliatief terminale zorg beschikbaar is. Dit noemen we ook wel de zorgplicht van de zorgverzekeraar. Maar vanwege het gebrek aan zorgpersoneel en bedden is dat niet altijd makkelijk te realiseren. Daardoor zijn de individuele wensen van iemand die stervende is niet altijd te vervullen.
De zorgverzekeraar moet ook op basis van doelmatigheid bepalen op welke plek de zorg wordt geleverd. De zorgverzekeraar kan in zijn polis omschrijven in welke situaties zorg niet thuis, maar elders wordt geleverd. Bijvoorbeeld als er meer dan een bepaald aantal uren verpleging en verzorging nodig zijn. De zorgverzekeraar moet dan wel voldoende bedden hebben ingekocht, bijvoorbeeld in een hospice.
Maar de verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de zorgverzekeraars. He is ook aan zorgverleners om te bepalen welke terminale zorg nog thuis gegeven kan worden. Dat doen zij op basis van de beschikbaarheid van zorg en zorgverleners in de wijk. Het is belangrijk dat alle zorgverleners zich daarbij houden aan het ‘Normenkader Indicatieproces’, ongeacht of de zorgverlener een contract heeft met een zorgverzekeraar.
Alle partijen aan zet voor samenwerking in de palliatief terminale zorg
Mensen moeten op palliatief terminale zorg kunnen rekenen. Deze moet passen bij hun situatie. Vanwege het tekort aan personeel in de zorg moeten partijen er samen voor zorgen dat de zorg voor iedereen beschikbaar blijft. Als dit niet in de thuissituatie kan, dan op een geschikte andere plek.
Meer informatie of vragen?
Hebt u een vraag over dit advies? Stuur dan een e-mail naar jkahlman@zinl.nl.