Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of finerenon (Kerendia®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Finerenon kan worden ingezet voor de behandeling van chronische nierschade (CNS) bij volwassenen met diabetes mellitus type 2. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om finerenon op te nemen op bijlage 1B van het GVS en aan de vergoeding een nadere voorwaarde te verbinden (bijlage 2).

Dit is het vierde geneesmiddel dat het CBG en het Zorginstituut hebben beoordeeld in een parallelle procedure.

Indicatie waarvoor vergoeding is aangevraagd

De fabrikant heeft vergoeding gevraagd voor de behandeling van chronische nierschade (CNS) bij volwassenen met diabetes mellitus type 2 (DM2). Het gaat specifiek om patiënten met een lage nierfunctie (CNS-stadium 3 of 4), bij wie het lichaam niet goed in staat is via de nieren afvalstoffen uit het bloed te verwijderen. Ook moet er sprake zijn van teveel eiwitten in de urine (albuminurie). 

Patiënten met DM2 hebben een hoger risico om CNS te ontwikkelen. Mensen met CNS kunnen last hebben van moeheid, lusteloosheid, gebrek aan eetlust, kortademigheid, dikke benen en jeuk. Chronisch betekent dat het niet meer over gaat.

Kerendia® is een filmomhuld tablet dat finerenone bevat en die beschikbaar is in 2 sterktes: 10 en 20 mg.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om finerenon (Kerendia®) op te nemen op bijlage
1B in het GVS. Aan de vergoeding kan de volgende voorwaarde worden gesteld:

  • Uitsluitend voor een verzekerde van 18 jaar of ouder met chronische nierschade met diabetes mellitus type 2.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Finerenon is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

0:00
0:00
/
0:00

Parallelle procedure CBG-Zorginstituut

Finerenon is het vierde geneesmiddel dat is beoordeeld in het kader van de parallelle procedure CBG-Zorginstituut. Het sneller beschikbaar krijgen van innovatieve geneesmiddelen is al langer een wens van de overheid, patiëntenorganisaties, behandelaren en de farmaceutische industrie. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en Zorginstituut Nederland hebben daarom de handen ineengeslagen om de tijd vanaf de registratie tot en met de vergoeding van een geneesmiddel te verkorten. Dit doen we in een zogeheten parallelle procedure. Dit is een procedure waarin het CBG en het Zorginstituut de toelating tot de Nederlandse markt en de vergoeding uit het basispakket van een geneesmiddel tegelijkertijd beoordelen, in plaats van na elkaar.