Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of uitbreiding mogelijk is van de bijlage 2-voorwaarden voor vergoeding van het geneesmiddel dapagliflozine (Forxiga®). Dapagliflozine kan worden gebruikt bij  de behandeling van volwassenen met chronische nierschade (CNS). Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de bijlage 2-voorwaarden voor het middel uit te breiden.

Indicatie waarvoor vergoeding is aangevraagd

De fabrikant heeft vergoeding gevraagd voor de behandeling van volwassenen met chronische nierschade (CNS). Bij CNS is het lichaam minder goed in staat om afvalstoffen uit het bloed te verwijderen via de nieren, of er is sprake van teveel verlies van eiwitten in de urine. Mensen met CNS kunnen last hebben van moeheid, lusteloosheid, gebrek aan eetlust, kortademigheid, dikke benen en jeuk. Chronisch betekent dat het niet meer over gaat.

Forxiga® is een filmomhuld tablet dat dapagliflozine (als dapagliflozinepropaandiolmonohydraat) bevat en is beschikbaar in 2 sterktes: 5 en 10 mg.

Dapagliflozine is al opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) voor de behandeling van bepaalde patiënten met diabetes mellitus type 2 en voor de behandeling van bepaalde patiënten met chronisch hartfalen.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS de vergoedingsvoorwaarden van dapagliflozine uit te breiden voor patiënten van 18 jaar en ouder met chronische nierschade.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Dapagliflozine is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

0:00
0:00
/
0:00