Zorg bij ‘etalagebenen’ kan verder verbeteren

De zorg voor mensen met claudicatio intermittens (etalagebenen) kan nog verder verbeteren. Behandelaren kunnen het principe van stepped care consequenter toepassen. Zo moet er pas een operatieve ingreep plaatsvinden wanneer oefentherapie niet mogelijk, of niet effectief is gebleken. Ook blijkt dat sommige ziekenhuizen veel sneller overgaan tot stent-plaatsing ten opzichte van anderen, terwijl richtlijnen hier terughoudend in zijn. Dit staat in het ‘Verbetersignalement perifeer arterieel vaatlijden’, dat het Zorginstituut onlangs heeft vastgesteld.

Verbetersignalement

Het verbetersignalement is een plan voor de verbetering van kwaliteit van zorg bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden (PAV) - in het bijzonder claudicatio intermittens - dat in nauw overleg met alle relevante partijen tot stand is gekomen. Het plan moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van zorg. De partijen hebben toegezegd de benoemde verbeteracties door te voeren en breed te implementeren. Het Zorginstituut zal het implementatieproces monitoren.

Zorg verder verbeteren

In Nederland leveren professionals goede zorg op het gebied van claudicatio intermittens. Toch stellen partijen samen met het Zorginstituut vast dat:

  • patiëntenvoorlichting beter kan en er meer werk gemaakt kan worden van gedeelde besluitvorming tussen arts en patiënt. Daardoor is de patiënt beter in staat om samen met de arts de beste behandeling te kiezen. Hierbij moet aandacht zijn voor stepped care zorg, waaronder een goede uitleg waarom een operatie in eerste instantie niet aangewezen is;
  • er duidelijke afspraken moeten komen tussen de eerste en tweede lijn over uitvoering van diagnostiek, inzet van de primaire behandeling (oefentherapie), doorverwijzing en terugverwijzing;
  • de inzet van duplexonderzoek én het plaatsen van stents meer conform de richtlijnen uitgevoerd moeten worden (een duplexonderzoek is een combinatie van twee soorten onderzoek tegelijk, een stent is een buisje dat in een bloedvat wordt geplaatst om het open te houden);
  • dat er landelijke uitvraag komt van uitkomstindicatoren (PROM’s) in kwaliteitsregistraties, zodat voor zowel professionals als patiënten inzichtelijk wordt gemaakt wat de effecten zijn van behandeling vanuit het perspectief van de patiënt.

Oefentherapie weer vergoed vanuit basispakket

Een eerste belangrijke stap in de verbetering van zorg is al gezet: nadat het Zorginstituut eerder dit jaar oordeelde dat gesuperviseerde oefentherapie als effectieve behandeling kan worden beschouwd bij claudicatio intermittens, heeft de minister van VWS aangekondigd per 1 januari 2017 de eerste 37 behandelingen gesuperviseerde oefentherapie bij claudicatio intermittens te vergoeden vanuit het basispakket. Hiermee wordt een eventuele financiële drempel voor deze oefentherapie weggenomen.

Claudicatio intermittens: etalagebenen

Bij etalagebenen is er sprake van pijn bij het lopen in de kuit, dijbeen of bil die na korte tijd rusten weer verdwijnt. Claudicatio intermittens betekent letterlijk ‘met tussenpozen optredend hinkelen’. De symptomen worden veroorzaakt door atherosclerose (slagaderverkalking). Dit kan leiden tot vernauwing, soms zelfs tot totale afsluiting van de slagader wat leidt tot circulatiestoornissen. In Nederland zijn er ongeveer 85.000 patiënten. De behandeling kan onder meer bestaan uit oefentherapie of - bij onvoldoende effect - een operatieve interventie.

Zinnige zorg

Elke burger moet er op kunnen rekenen dat hij of zij goede zorg ontvangt. Niet meer dan nodig en niet minder dan noodzakelijk. En dat daarvoor geen onnodige kosten worden gemaakt. Als publiek orgaan houdt het Zorginstituut de zorg die in het basispakket zit daarom regelmatig tegen het licht. Per aandoeningsgebied beoordeelt het Zorginstituut of de diagnostiek en behandelingen die binnen het basispakket zorg vallen, op een patiëntgerichte, effectieve en doelmatige manier worden ingezet.