Permanent steunhart bij hartfalen in basispakket

Een permanent steunhart van het type Left Ventricular Assist Device (LVAD) kan voor verzekerden met hartfalen deel uitmaken van het basispakket. Er is voldoende bewijs dat een LVAD voor patiënten met ‘eindstadium hartfalen’ zinvol kan zijn. Het gaat dan om patiënten die niet meer in aanmerking komen voor een harttransplantatie. Dit schrijft Zorginstituut Nederland in het standpunt “LVAD als bestemmingstherapie bij hartfalen”.

Bestemmingstherapie

Steunharten worden in Nederland al langer toegepast bij patiënten met ernstig hartfalen als overbrugging van de wachttijd totdat een harttransplantatie kan worden uitgevoerd. Nu de technologie van het steunhart zich verder ontwikkelt, de kennis en ervaring toeneemt en het aantal complicaties afneemt, kunnen deze LVAD’s ook toegepast worden bij patiënten met ernstig hartfalen, die niet in aanmerking komen voor een harttransplantatie. Bij patiënten die bijvoorbeeld verschillende andere ziekten (co-morbiditeit) hebben - of een hoge leeftijd – is het steunhart dan een zogenaamde ‘bestemmingstherapie’.

Selectie patiënten

De indicatie ‘eindstadium hartfalen’ wordt gesteld door de behandelaars. De indicatiecriteria die de beroepsgroep heeft opgesteld, garanderen naar de mening van het Zorginstituut dat de toepassing van LVAD als bestemmingstherapie medisch verantwoord en doelmatig zal zijn. Zo moet er door de artsen een zorgvuldige selectie van patiënten plaatsvinden en mogen alleen professionals met expertise op het gebied van advanced heart failure deze zorg uitvoeren. Alle LVAD-zorg dient bovendien vastgelegd te worden in een landelijke patiëntenregistratie. Het Zorginstituut zal deze zorgpraktijk monitoren en evalueren.

Aantallen en kosten

Het is niet precies bekend hoeveel van de Nederlandse patiënten met eindstadium hartfalen in aanmerking komen voor een LVAD als bestemmingstherapie. Deskundigen schatten het aantal echter in op ongeveer 75 LVAD-plaatsingen per jaar. Uitgaande van deze cijfers en de inschatting van de beroepsgroep, komen we uit op een raming van de kosten van 9.750.000 euro per jaar, en op de lange termijn op bijna 25 miljoen euro. Eventuele besparingen op andere medische kosten zijn in deze raming niet meegenomen.

De illustratie toont een lichaam met een permanent steunhart van het type Left Ventricular Assist Device (LVAD)
Beeld: ©Zorginstituut Nederland

LVAD

De LVAD is een mechanische pomp die in de borstholte of bovenste buikholte wordt geïmplanteerd. De pomp is chirurgisch met de bloedsomloop verbonden. Het bloed stroomt vanuit het linker atrium de linker ventrikel binnen, en wordt vervolgens via de pomp in de aorta gepompt. De slecht functionerende linker ventrikel wordt dus ‘gebypasst’ door de mechanische pomp. Een externe controle-unit is verbonden met de pomp.