Preventief Medisch Onderzoek (PMO) terughoudend gebruiken

De Richtlijn voor Preventief Medisch Onderzoek (PMO) is opgenomen in het Register van Zorginstituut Nederland. Het Zorginstituut pleit daarbij voor terughoudendheid bij het gebruik van dit type medisch onderzoek én voor goede voorlichting van burgers over de voor- en nadelen hiervan. De richtlijn, die in opdracht van artsenfederatie KNMG is ontwikkeld, is hierbij een belangrijk hulpmiddel.

Richtlijn opgenomen in register

Het aanbod van PMO blijft de komende jaren verder groeien, mede door het grotere aanbod vanuit zelfstandige klinieken binnen en buiten Nederland. Daarom heeft TNO een multidisciplinaire en breed gedragen richtlijn voor PMO ontwikkeld. Deze richtlijn is nu opgenomen in het Register van het Zorginstituut. Dit kwaliteitsregister maakt voor iedereen zichtbaar wat relevante zorgaanbieders, patiënten, cliënten en zorgverzekeraars samen hebben afgesproken over wat goede zorg is voor een bepaald zorgonderwerp.

Gezondheidswinst en -risico’s

Een PMO is een medisch onderzoek dat wordt aangeboden en uitgevoerd zonder dat bij een cliënt sprake is van een concrete gezondheidsklacht of van een indicatie voor een gezondheidsrisico of –probleem. Gezondheidswinst wordt (alleen) behaald wanneer behandelbare ziekten in een vroeg stadium worden opgespoord en behandeld, of wanneer mensen op de juiste wijze hun leefstijl aanpassen.

Daar staat tegenover dat PMO fysieke en psychische risico’s met zich mee kan brengen. Bijvoorbeeld wanneer het onderzoek op zichzelf risicovol is, of wanneer er ten onterechte geruststelling of verontrusting is door vroegtijdige kennis van een aandoening. Ook is er een risico op onnodige medicalisering of uitsluiting bij verzekeringen en/of toekomstig werk, en op ‘overdiagnose’ en –behandeling.

Mensen weten vaak niet op welke aandoening(-en) of risicofactoren een PMO gericht is en wat de mogelijke gevolgen en risico’s zijn. Voor verschillende PMO’s bestaat onvoldoende bewijs dat de voordelen voor het ondergaan van het onderzoek groter zijn dan de risico’s. Daarnaast is de uitvoering niet altijd adequaat en wordt niet altijd goede nazorg en follow-up geboden. Voor mensen is het moeilijk om te achterhalen of een PMO zinvol is en wat kwalitatief goede en minder goede aanbieders zijn.

Richtlijn

De nu vastgestelde richtlijn is bijzonder, want deze omvat geen beschrijving van een zorgproces en is niet gericht op een specifieke ziekte of klacht. De richtlijn formuleert daarentegen eerst en vooral kwaliteitseisen voor het aanbieden en uitvoeren van PMO’s. Het gaat dan om het doel en doeltreffendheid van PMO, de inrichting en management van het PMO-proces, en verbetering en borging van kwaliteit van het PMO-aanbod en -uitvoering. De richtlijn richt zich hiermee op alle personen en organisaties in Nederland die beroeps- of bedrijfsmatig een vorm van preventief medisch onderzoek aanbieden (zoals het werven van cliënten) en/of uitvoeren: het daadwerkelijk doen van het onderzoek. Artsenorganisatie KNMG is eigenaar van de richtlijn, die met financiële steun van ZonMw tot stand is gekomen.