Langdurige intramurale GGZ onder voorwaarden naar Wmo en Zvw

Het beleidsvoornemen om de langdurige intramurale GGZ per 2015 naar de Wmo en Zorgverzekeringswet over te hevelen, kan voortgezet worden zonder een gedeelte van de doelgroep daarvan uit te zonderen door middel van een aanspraak op de Liz (conceptwet Langdurig Intensieve Zorg). Dit schrijft het CVZ in een advies aan staatssecretaris Van Rijn van VWS, die het CVZ om een zogenaamde uitvoeringstoets had gevraagd. De langdurige intramurale (instellingsgebonden) geestelijke gezondheidszorg (GGZ) maakt nu nog deel uit van de AWBZ.

Aanbevelingen

In het rapport beschrijft het CVZ een aantal risico’s, die mede gelet op de kwetsbaarheid van de doelgroep serieus moeten worden genomen. Het CVZ vindt het van groot belang dat gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders sluitende afspraken maken over de omgang met overgangs- en grensvlakproblemen.

Ook benadrukt het CVZ dat binnen de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) het toezicht op de kwaliteit van de begeleiding en de regulering van individuele- en collectieve medezeggenschap van cliënten geborgd moet worden. Daarnaast is het noodzakelijk om binnen de GGZ op korte termijn kwaliteitskaders te ontwikkelen om voor iedere cliënt passende begeleiding en zorg te realiseren en om verblijf doelmatig in te zetten.

De-institutionalisering

Het beginsel om de zorg voor deze groep cliënten te organiseren via de Wmo en de Zvw moet bijdragen aan meer samenhang in zorg en welzijn. De maatregel kan bereiken dat de zorg beter aansluit bij de eigen mogelijkheden en eigen sociale omgeving van de cliënt en daarmee voor meer de-institutionalisering en demedicalisering.

Overheveling

De staatsecretaris van VWS heeft het voornemen om alle intramurale GGZ voor cliënten van 18 jaar en ouder, gericht op behandeling, over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Daarnaast moeten gemeenten (op grond van de Wmo) verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen. Daarbij staat de op zelfredzaamheid en participatie gerichte ondersteuning vanuit een zelfstandige woonsituatie of een beschermde woonomgeving centraal. Gemeenten zorgen voor deze groep ook voor het creëren van laagdrempelige voorzieningen en voor dagbesteding of werk.

Vragen en antwoorden over het uitvoeringsadvies ‘Overheveling langdurige intramurale GGZ’

Waarom dit advies?

De staatssecretaris wil de langdurige intramurale Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) voor volwassenen overhevelen naar de Zvw en de Wmo. Het CVZ heeft op zijn verzoek de uitvoeringsconsequenties en risico’s in kaart gebracht.

Over welke mensen gaat dit advies?

Dit advies gaat over cliënten die, vanwege een psychische stoornis, langdurig verblijven in een instelling voor beschermd wonen of in een psychiatrisch ziekenhuis. Het zijn cliënten met een ernstige psychische stoornis die lange tijd behandeling en/of begeleiding nodig hebben. Ze hebben onvoldoende regie over hun leven om helemaal zelfstandig te wonen. Het is een kwetsbare groep mensen die niet altijd uit zichzelf hulp vragen.

Wat gaat veranderen?

Het voornemen van de staatssecretaris is dat geestelijke gezondheidszorg in de toekomst niet meer vanuit de AWBZ betaald wordt. Alle behandeling, thuis of in een psychiatrisch ziekenhuis, wordt dan betaald door de zorgverzekeraar. De gemeente wordt verantwoordelijk voor werk, dagbesteding en wonen, ook voor burgers met een psychische stoornis.
Verzekeraars en gemeenten gaan de zorg niet zelf leveren. Zij kopen het in bij zorgaanbieders en welzijnorganisaties.

Welke kansen ziet het CVZ?

Het CVZ schat in dat aanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten straks beter investeren in herstel van de zelfredzaamheid van de cliënt. Mensen met een psychische stoornis kunnen vaak op termijn weer zelfstandig of beschermd wonen. Ze krijgen dan nog wel behandeling voor hun stoornis of begeleiding bij hun dagelijks leven, maar verblijf in een instelling is dan niet meer nodig.

Welke risico’s ziet het CVZ?

Het CVZ wijst op het risico dat cliënten te weinig zorg en begeleiding kunnen krijgen. Ook maakt het CVZ zich zorgen dat cliënten, die meerdere aandoeningen hebben, niet de juiste zorg krijgen. We denken dan aan mensen met zowel een verstandelijke beperking als een psychische stoornis of aan ouderen met dementie en een psychische stoornis.

Hoe kunnen die risico’s worden weggenomen?

Zorgaanbieders, cliënten en zorgverzekeraars moeten kwaliteitsstandaarden opstellen om te zorgen dat duidelijk is wie welke zorg nodig heeft. De overheid moet een goed verdeelmodel opstellen voor verzekeraars en gemeenten, zodat beide voldoende middelen hebben om de cliënten adequate zorg te leveren. In de Wmo moet net als in de AWBZ de medezeggenschap en het klachtrecht voor cliënten goed geregeld worden, evenals het toezicht op de kwaliteit van de zorg.

Waarom is de kern-AWBZ voor deze groep niet nodig?

Bij een psychische stoornis is niet van te voren te zeggen of iemand zijn hele leven aangewezen zal zijn op zorg in een instelling. Een behandeling die nu niet aanslaat, kan volgend jaar wel effect hebben. Wij vinden dat de combinatie Wmo en Zvw voldoende mogelijkheden biedt voor passende zorg voor deze cliënten.