CVZ-Pakketadvies 2010: aanbevelingen voor basispakket

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) heeft het zorgpakket doorgelicht en adviseert om het verzekerde pakket aan te passen: anticonceptiemiddelen, eenvoudige loophulpmiddelen en tandheelkundige zorg voor 18 tot 22 jarigen kunnen uit het pakket. De vergoedingsmogelijkheden voor hoortoestellen moeten volgens het CVZ juist verruimd worden. Verder neemt het CVZ het standpunt in dat onder meer voetzorg bij diabetes, de second opinion en protonentherapie deel uitmaken van de verzekerde zorg. Naast nieuwe adviezen en standpunten bevat het Pakketadvies 2010 ook een overzicht met aanbevelingen die het CVZ het afgelopen jaar heeft gedaan. Het CVZ heeft het Pakketadvies deze week aan demissionair minister Klink van VWS aangeboden.

Zorg tegen aanvaardbare kosten

Om te zorgen dat verzekerden nu en in de toekomst de zorg krijgen die ze nodig hebben - tegen aanvaardbare kosten - beoordeelt het CVZ nieuwe en bestaande zorg op grond van vier criteria: noodzakelijkheid, effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid van de zorg. Naast adviezen bevat het CVZ-rapport ook bindende standpunten waarin het CVZ aangeeft of specifieke zorgvormen op grond van de stand van de wetenschap en de praktijk (wel of niet) tot het verzekerde pakket behoren.

Adviezen CVZ

  • Anticonceptiemiddelen uit pakket: Het CVZ adviseert om anticonceptieve middelen - zoals ‘de pil’ en het ‘spiraaltje’ - niet langer te vergoeden. Het voorkomen van zwangerschap is geen geneeskundige zorg en kan voor eigen rekening komen - ook wanneer er wel een medische indicatie voor het gebruik van deze middelen is.
  • Mondzorg beperken tot 18 jaar: Het CVZ adviseert om het recht op mondzorg te beperken tot 18 jaar. Uit onderzoek van het CVZ blijkt dat er geen reden is om de groep 18 tot 22 jarigen als risicogroep aan te merken. Vergoeding kan daarom beperkt worden tot verzekerden tot 18 jaar (nu 22 jaar).
  • Eenvoudige loophulpmiddelen niet langer vergoeden: Het CVZ adviseert om eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen niet langer te vergoeden. Voor de rollator geldt dat dit hulpmiddel algemeen gebruikelijk is: de rollator is breed verkrijgbaar en hoort min of meer bij het dagelijks leven in een bepaalde levensfase - zoals de leesbril. Andere mobiliteitshulpmiddelen kunnen vanwege de lage kosten voor eigen rekening komen. Uitzonderingen hierop vormen de blindentaststok en de loopwagen: het CVZ adviseert om deze hulpmiddelen in het te verzekeren pakket te laten.
  • Vergoedingsmogelijkheden hoortoestellen verruimen: Het CVZ adviseert de indicatiecriteria voor hoortoestellen aan te passen zodat ook eenzijdig slechthorenden voor vergoeding van een hoortoestel in aanmerking komen. Verder adviseert het CVZ om de huidige maximum vergoedingen voor deze hulpmiddelen te laten vervallen, waardoor meer marktwerking kan ontstaan.

Standpunten CVZ

Het CVZ oordeelt dat de volgende zorgvormen - soms onder voorwaarden - tot het verzekerde pakket behoren:

  • Voetzorg bij diabetes: Voetzorg bij diabetespatiënten maakt volgens CVZ deel uit van de verzekerde zorg. Het gaat dan om jaarlijkse voetcontrole en behandeling van huid- en nagelproblemen én om de controle van voetvorm- en standsafwijkingen. Maar bijvoorbeeld ook om advisering over adequaat schoeisel.
  • Second opinion: Verzekerden maken aanspraak op een second opinion wanneer zij een verwijzing hebben van hun (eerste) behandelaar, de ‘opinie’ betrekking heeft op de al bestaande geneeskundige zorg en de verzekerde terugkeert naar de oorspronkelijke behandelaar.
  • Indicaties Protonentherapie: Het CVZ oordeelt dat protonentherapie bij bepaalde tumoren deel uitmaakt van het basispakket. Omdat protonentherapie in Nederland (nog) niet beschikbaar is, kan een verzekerde hierop een beroep doen in het buitenland. De medische beroepsgroep zal richtlijnen opstellen waarin zij aangeven op welke wijze selectie van patiënten plaatsvindt.

Gepast gebruik

In het Pakketadvies 2010 benadrukt het CVZ het belang van het gepast gebruik van het verzekerde pakket: zorgverzekeraars en zorgaanbieders moeten ondoelmatig gebruik van zorg én overbehandeling voorkomen. Maar ook eventuele onderbehandeling verdient aandacht. Voor het aangeven van de norm van gepast gebruik zijn richtlijnen (van zorgverleners) het instrument bij uitstek. Waar richtlijnen ontbreken, kan het CVZ bijvoorbeeld met standpunten zelf aangeven wie er redelijkerwijs op welke zorg is aangewezen.

Kosten

De zorgkosten ten laste van de Zorgverzekeringswet en AWBZ bedragen in 2010 naar verwachting € 59,3 miljard. Dat betekent een stijging sinds 2008 (in twee jaar) van 7,6%, toen € 55,1 miljard werd uitgegeven. De uitstroomadviezen van CVZ zijn goed voor een kostenreductie van € 193 miljoen. Na aftrek van de kosten van de instroomadviezen resteert per saldo een vermindering van de geraamde kostenstijging van € 125 miljoen op jaarbasis.