Schep orde in verstrekking hulpmiddelen

Mensen moeten voortaan bij hun gemeente kunnen aankloppen voor alle hulpmiddelen die te maken hebben met zelfredzaamheid in en om de woning. Daardoor wordt veel duidelijker tot welk loket ze zich moeten richten voor welk hulpmiddel. Ook kunnen hulpmiddelen daardoor sneller en met minder administratieve rompslomp worden geleverd. De zorgverzekeraar blijft zoveel mogelijk verantwoordelijk voor de vergoeding van medische hulpmiddelen. Dat staat in het adviesrapport 'Heroriëntatie hulpmiddelen - Hulpmiddelenzorg beter geregeld' dat het CVZ onlangs aan de minister van VWS heeft aangeboden.

Weinig logica in rolverdeling

Het belangrijkste uitgangspunt van het CVZ-advies is om de hulpmiddelenzorg zo logisch en efficiënt mogelijk te organiseren voor iedereen die een hulpmiddel nodig heeft. Veel mensen weten niet waar ze moeten zijn voor welk hulpmiddel omdat zorgverzekeraars, thuiszorgorganisaties én de gemeenten hulpmiddelen leveren en er weinig logica zit in de onderlinge rolverdeling. Wie meerdere hulpmiddelen nodig heeft, loopt de kans bij verschillende loketten steeds opnieuw uit te moeten leggen wat zijn situatie is. Soms is het zelfs voor de zorgverzekeraar of de gemeente niet duidelijk wie nu verantwoordelijk is voor welk hulpmiddel, waardoor mensen onnodig lang moeten wachten op het hulpmiddel of er zelfs helemaal van verstoken blijven.

Stroomlijning soorten hulpmiddelen

In de nieuwe situatie behoren veel van deze problemen tot het verleden:

  • Hulpmiddelen met gelijksoortige functies worden verstrekt via hetzelfde loket. De gemeente levert naast de rolstoel en de scootmobiel bijvoorbeeld ook de rollator, de loopfiets en het looprek.
  • Voorzieningen die logischerwijs bij elkaar horen, worden verstrekt via hetzelfde loket. De gemeente zorgt bijvoorbeeld niet alleen voor een aangepaste keuken, maar ook voor de trippelstoel die daarbij nodig is. Nu valt de trippelstoel nog onder de zorgverzekering.
  • De uitleenregeling voor AWBZ-hulpmiddelen verdwijnt. Daardoor hoeven mensen hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld douchestoelen en toiletverhogers nog maar één keer aan te vragen, ongeacht de gebruiksduur. Nu moeten ze het hulpmiddel nog opnieuw aanvragen bij een ander loket zodra de uitleentermijn van een half jaar is verstreken.

Als de minister van VWS het advies overneemt, stelt het CVZ voor de resultaten na twee jaar te evalueren.

Geadviseerde wijzigingen in het kort

Voortaan te verstrekken via de Wmo in plaats van via Zvw en AWBZ:

  • lig- zit- en sta-orthesen: middelen ter ondersteuning van de liggende, zittende of staande houding;
  • mobiliteitshulpmiddelen zoals krukken, de rollatoren, de trippelstoelen, aangepaste stoelen etc;
  • het eetapparaat;
  • apparatuur voor omgevingsbediening;
  • persoonlijke alarmeringsapparatuur;
  • aangepaste tafels (exclusief de bedtafel);
  • aangepaste stoelen;
  • inrichtingselementen voor de woning, zoals drempelhulpen en badplanken;
  • zitkussens tegen doorliggen;
  • robotarmen voor gebruik aan de rolstoel;
  • transferhulpmiddelen zoals de patiëntenlift;
  • toiletverhogers, douchestoelen et cetera.

Voortaan te verstrekken via de Zvw in plaats van de AWBZ:

  • alle hulpmiddelen gerelateerd aan verzorging en verpleging aan het bed, zoals onrusthekken, bedverlengers en –verhogers, het hoog/laagbed en in hoogte verstelbare kinderbedden, het glij- of rollaken en matrassen tegen doorliggen.