GVS-advies cladribine (Mavenclad®) - uitbreiding nadere voorwaarden

Op verzoek van de minister voor Medische Zorg en Sport heeft het Zorginstituut beoordeeld of de voorwaarden voor cladribine kunnen worden uitgebreid. Cladribine (Mavenclad®) is sinds maart 2018 opgenomen op bijlage 1A en bijlage 2 van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Cladribine is een geneesmiddel voor de behandeling van mensen vanaf 18 jaar met zeer actieve relapsing multipele sclerose (RRMS). Het Zorginstituut adviseert om de bijlage 2-voorwaarden uit te breiden.

Huidige situatie

Cladribine is sinds maart 2018 opgenomen op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (Rzv) in cluster 0L01BBCO V. De bijlage 2 voorwaarde luidt: uitsluitend voor een verzekerde van 18 jaar of ouder met zeer actieve relapsing-remitting multiple sclerose (RRMS) die niet heeft gereageerd op een behandeling met ten minste 1 ziektemodificerend geneesmiddel (DMD) dat geregistreerd is voor de behandeling van MS. 

MS is een ziekte van het centrale zenuwstelsel. Bij RRMS treden vrij plotselinge verslechteringen van de ziekte op. Ziektemodificerende geneesmiddelen proberen deze verslechteringen te verminderen en de ziekte af te remmen. 

Advies Zorginstituut

Het Zorginstituut is tot de eindconclusie gekomen dat de nieuwe gegevens voldoende reden geven om de bijlage 2 voorwaarden voor cladribine aan te passen door therapie-naïeve patiënten (mensen die nog geen behandeling zijn gestart) met 2 of meer relapsen (verslechteringen) in het voorafgaande jaar toe te voegen. 

Nieuwe voorwaarde cladribine (Mavenclad®)

Uitsluitend voor een verzekerde van 18 jaar of ouder met zeer actieve relapsing-remitting multiple sclerose (RRMS) 

  • gedefinieerd door 2 of meer relapsen in het voorafgaande jaar bij therapienaïeve patiënten; 
  • of die niet heeft gereageerd op een behandeling met ten minste één ziektemodificerend geneesmiddel (DMD) dat geregistreerd is voor de behandeling van MS.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed vanuit de basisverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de bijlage waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.