Deeltijdverblijf (Wlz)

Deeltijdverblijf is een combinatie van thuis wonen en in een Wlz-instelling wonen. Met ingang van 1 januari 2020 is het eenvoudiger om deels thuis te wonen en daar Wlz-zorg te ontvangen en deels in een Wlz-instelling te wonen. Deeltijdverblijf maakt het mogelijk om langer thuis te blijven wonen en/of te wennen aan verblijf in een instelling.

Wat is deeltijdverblijf?

Deeltijdverblijf is een combinatie van thuis wonen en in een Wlz-instelling wonen. Het thuis wonen en het wonen in een instelling worden afgewisseld volgens van tevoren vastgestelde tijdsperioden. Het kan gaan om week op/ week af, maar ook is het mogelijk om een aantal dagen per week in een instelling te wonen en een aantal dagen per week thuis te wonen. Cliënten verblijven per 14 dagen 7, 8 of 9 dagen in een instelling.
Tot 3 dagen per week in een instelling wonen valt onder thuis wonen met gebruik van logeeropvang; 5 dagen of meer in een instelling valt onder verblijf met gebruik van weekendverlof.

Bij deeltijdverblijf is een combinatie van verschillende leveringsvormen mogelijk. Verblijf kan worden gecombineerd met een modulair pakket thuis (mpt) of met een persoonsgebonden budget (pgb) of met een combinatie van mpt en pgb.

Lees meer over mpt en pgb op de pagina 'Leveringsvormen (Wlz)'

Voor wie is deeltijdverblijf?

Deeltijdverblijf is mogelijk voor verzekerden, die:

Wanneer en hoe is deeltijdverblijf mogelijk?

De zorgaanbieder(s) bepaalt of deeltijdverblijf voor verzekerde geboden kan worden. Dat kan bijvoorbeeld afhangen van de vraag of de kamer gedeeld kan worden met een andere cliënt die ook deeltijd verblijft of op vaste dagen logeert.
Het zorgkantoor beslist – in overleg met de verzekerde – of deeltijdverblijf verantwoord en doelmatig is.

Welke zorg hoort bij deeltijdverblijf?

Bij Wlz-zorg in de instelling krijgt de verzekerde verblijf zonder behandeling met alles wat daarbij hoort. Als Wlz-behandeling nodig is, wordt deze als mpt geboden (ook tijdens verblijf in de Wlz-instelling).
De verzekerde, die kiest voor deeltijdverblijf, heeft zijn eigen huisarts, apotheek en tandarts (vanuit de Zvw).

Hulpmiddelen

In de regelgeving is er niets geregeld bij deeltijdverblijf voor wat betreft hulpmiddelen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maken per categorie hulpmiddelen afspraken over een verdeling van verantwoordelijkheden. Nadere informatie volgt op de website informatie langdurige zorg.

Voor zover bij het Zorginstituut bekend, zijn de afspraken als volgt:

  • Roerende voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een tillift, worden door de Wlz-instelling verstrekt voor de tijd dat de cliënt in een instelling verblijft. Voor de thuissituatie kan een 2 exemplaar bij de gemeente of bij de zorgverzekeraar worden aangevraagd, als het hulpmiddel thuis nog niet aanwezig is.
  • Het individueel gebruik van mobiliteitshulpmiddelen, zoals een rolstoel komt bij deeltijdverblijf ten laste van de Wlz als het gaat om nieuwe of te vervangen mobiliteitshulpmiddelen. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het onderhoud en aanpassingen aan mobiliteitshulpmiddelen die de cliënt gebruikt wanneer met deeltijdverblijf wordt begonnen. Vaak kunnen deze hulpmiddelen vervoerd worden van de instelling naar huis en vice versa zodat de behoefte aan een 2e exemplaar niet aan de orde zal zijn.
  • Hulpmiddelen in verband met de in de instelling gegeven zorg komen bij deeltijdverblijf niet ten laste van de Wlz. Zowel thuis als bij het verblijf in een instelling kan aanspraak bestaan op hulpmiddelen vanuit de Zvw.

Regelgeving